|
9/11 EN HET JOURNALISTIEKE ONGEMAK VAN WAARHEIDSVINDING | Waarheid911 Special
|
Geplaatst: 18 juni 2011
Laatste update, 19 juni 2011 |
|
|
|
|
De zachte wetenschap weet altijd raad... |
Eigenlijk verfoei ik het gebruik van psychologische begrippen en termen. Een juiste toepassing is sterk afhankelijk van meerdere aannames, die op zichzelf weer lastig te controleren zijn. Een in de media vrij algemene aanname is dat 9/11 sceptici in sprookjes geloven. Het psychisch fenomeen dat mensen tot complotgedachten veroordeelt is met vele items in binnen- en buitenlandse media uitgedragen. Echter, een analyse die binnen een logisch opgebouwd kader staat als een huis, kan er in de praktijk vreselijk naast zitten.
De praktijk waarbij uitkomsten van psychologische veronderstellingen snel een eigen leven gaan leiden (psychologisme) leidt onder gedragswetenschappers helaas niet tot een ethos van bescheidenheid. Dat kan ook niet, want als geloofwaardigheid niet uit de diepte komt, dan maar uit de breedte.
In de gedragswetenschap wordt de juistheid van een werkhypothese niet veel grondiger getoetst dan door erover te filosoferen. Harde falsificatiemethoden ontbreken.
Door een gemakzuchtige toepassing van de logica (logica vertoont zich binnen toegepaste variabelen als waarheid, terwijl de gemiste variabelen niet opvallen) worden psychologische wijsheden veelvuldig ten onrechte gebruikt alsof het gaat om harde feiten. Journalisten maken er — vooral in relatie tot 9/11 — veelvuldig gebruik van. Het bekende bruggetje is "de complotdenker" die spoken ziet. Die boodschapper, de complotdenker, is voer voor psychologen, maar de harde boodschap - namelijk 9/11 - is meteen van tafel.
De zachte wetenschap weet altijd raad en komt in het bijzonder bij omstreden kwesties niet
ten goede aan wie het opneemt tegen
heersende wijsheden. Zachte wetenschap kan een ideaal middel zijn bij het handhaven van de status quo. Psychologie blijkt al te vaak
een orakel met het etiket 'wetenschap' erop.
Door de beperkte mogelijkheden tot falsificatie tegemoet te treden met zoiets als bescheidenheid, zouden gedrags-wetenschappers zelfs dat laatste beetje schijn van wetenschappelijke hardheid op de schop zetten. Dat zie ik nog niet gebeuren. |
|
Cognitieve dissonantie,
of kort door de bocht: het mechanisme van het (onbewust) negeren van kennis die een persoon meer nadeel dan voordeel oplevert. Dit nadeel kan zuiver psychologisch zijn, maar ook maatschappelijk getriggerd, door bijvoorbeeld de kracht van collectieve opvattingen of moraal. Als voorvechter van een adequate verslaggeving over de aanslagen van 11 september 2001, werd ik onlangs in enkele dagen tijd tweemaal geconfronteerd met dit krachtige en fascinerende fenomeen. |
COGNITIEVE DISSONANTIE?
Misschien ben ik zelf degene die zich innerlijk verzet tegen de harde feiten van 9/11. Ben ik degene die de waarheid niet horen wil! Wie eenmaal tegen de stroom van conventionele wijsheden in roeit heeft immers al veel aan geloofwaardigheid op het spel gezet.
Stel dat alle pijnlijke vragen over 9/11 dan toch nog wonderwel blijken te worden beantwoord, dan zal de wereld tegenover mij haar ondraaglijk gelijk claimen, maar ditmaal schaterend, om de kritische onderzoeker (ik dus), de idioot, vervolgens levenslang te geven.
Premissen tellen niet in de wereld van het gelijk, conclusies echter wel. Niemand zal begrip tonen voor het eerlijke werk dat in een collectief belang zo vlijtig werd verricht. En dezelfde wereld zal honend het feit presenteren dat ik - en de mijnen - al die jaren vreselijk heb zitten fantaseren. Want ook nu wordt daarover al een aantal jaren gepubliceerd, hoe dramatisch van kwaliteit deze psychologisch getinte analyses over de 9/11 Truther ook zijn. Nog wel door kranten als Trouw en Volkskrant, de kwaliteit claimende vertolkers van het nieuws.
Is na alle getoonde overtuiging van de truther, 'de naakte waarheid' voor hem wellicht te gênant en pijnlijk om daarvoor alsnog het hoofd te buigen? Zit ik er misschien om die reden zelfs volkomen naast? Ondraaglijkheid dat zoveel investering wellicht voor niets was, zodat stug volhouden en de blik op oneindig de meest redelijke verklaring blijkt voor dat koppige volhouden?
Tijd dus voor een onderzoekje. Want waarom blijkt het zo ontzettend lastig om verstandige en weldenkende mensen te porren voor een bulk aan schokkende en tegensprekende feiten over de officiële lezing van 9/11?
DE WELDENKENDE BEKENDE
Het was niet voor het eerst dat een weldenkende bekende, met wie ik in het verleden over de bevindingen rond 9/11 gesproken heb, mij vroeg of ik mij nog steeds vastbijt in het onderwerp 9/11. En of het niet eens tijd werd om iets anders te gaan doen, want je kunt er toch niet in blijven hangen?
Zo'n opmerking roept bij mij meerdere vragen op, maar in beginsel vooral twee mogelijkheden.
1) Iemand geeft mij ongevraagd advies uit puur ongeloof over mijn bevindingen.
2) Iemand houdt er rekening mee dat de feiten zoals ik hem voorlegde weliswaar (gedeeltelijk) juist kunnen zijn, maar dat dit toch nooit de openbaarheid zal bereiken. Waar maken wij ons dan druk om?
Punt één zie ik, negatief uitgelegd, hooguit als een zwaktebod, aangezien inhoudelijke discussie als 'overbodig' wordt beschouwt bij het pogen om mij van mijn ongelijk of dwaling te overtuigen. Maar wellicht overheerst bij de weldenkende bekende misschien de goeiige gedachte dat een 'zinvolle' bezigheid mij meer zal opleveren. 9/11 oogt immers als vechten tegen windmolens.
Mijn verbazing komt dan ook vooral tot uitdrukking in de tweede mogelijkheid, namelijk de kritiekloze aanvaarding van een officieel standpunt en een zwijgende meerderheid die dat ondersteunt.
Stel dat iemand rekening houdt met de mogelijkheid dat mijn bevindingen (en die van een minderheid van miljoenen anderen) gedeeltelijk waar kunnen zijn. Dat opent, voor wie zich laat informeren, de mogelijkheid dat onze bloedige oorlogen tegen terreur zijn gebaseerd op een dreiging die is uitgelokt of zelfs voorbereid. Het zou betekenen dat onze aangepaste privacywetgeving, onze nationale bijdragen aan gewapende conflicten met miljoenen slachtoffers en de dood van duizenden slachtoffers op 9/11 zelf, een gevolg zijn van een gecalculeerde daad uit ons eigen midden!
Mijn verbazing is als volgt: hoe kunnen mensen die in vrijheid zijn opgegroeid, die met vrije meningsuiting vertrouwd zijn en het materieel goed hebben, zo extreem onverschillig en weinig kritisch reageren op pogingen om een serieus onderzoek aan te zwengelen naar een ingrijpend gebeuren als 9/11? Een gebeurtenis die onze overtuigingen, waarden en verworvenheden zo zwaar heeft geschokt dat we aanvankelijk niet anders konden dan elke verklaring over de aanleiding slikken als zoete koek. Hoe kunnen zij zo onverschillig zijn ten aanzien van de vele slachtoffers die nog dagelijks worden gemaakt (maar niet bij ons)?
Vragen rond 9/11 zijn geen exclusief eigendom van mensen die de weg een beetje bijster zijn. De tijd voor dat sprookje is voorbij. Enquêtes laten geen misverstand bestaan over de hoeveelheid mensen die twijfelt aan de juistheid van de officiële verklaring over 9/11. Ondanks een actieve tegenwerking door de Amerikaanse regering en een pijnlijk gebrek aan medewerking door de internationale 'vrije' pers, zijn feiten en omstandigheden rond 9/11 voldoende in kaart gebracht om op vele perscentra in de wereld alle alarmbellen te doen rinkelen.
Gezien de iconische aard van het onderwerp noemde ik mijn weldenkende gesprekspartner een voorbeeld over de Tweede Wereldoorlog. Ik doe dat zelden. Ik vind dat men zuinig moet zijn met voorbeelden van die orde van grootte.
DE TWEEDE WERELDOORLOG
Stel dat de Duitsers met hun aanvankelijk superieure overmacht de wereld nog sneller en dwingender hun ideologische stempel hadden opgedrukt, hadden we dan niets moeten doen? Hadden we om erger te voorkomen de situatie moeten accepteren, inclusief de gruwelijke zuiveringen en de slavernij die een gevolg zouden zijn van de hegemonie van criminelen en psychopaten? Zulke tendensen van toegeeflijkheid zijn er volop geweest. Mensen die daar actief voor gingen werden door de latere overwinnaars kaalgeschoren en moreel afgebrand, hoewel een groot deel van de Nederlandse bevolking zich evenmin verzette tegen de gruwelijke belofte van het Duitse Rijk.
Is er een principieel verschil tussen toen en nu, indien de vijand in het geval van 9/11 uit ons eigen midden komt en wij de andere kant op kijken, terwijl we door een hoeveelheid overtuigende feiten en omstandigheden beter behoren te weten?
Gesprekken als hierboven met weldenkende mensen die mij van het advies voorzien om nu toch eens met 9/11 te stoppen, duren nooit lang. Om mijn voorbeeld over de Duitse bezetting af te maken... dat gesprek was uiteraard gedoemd om op niets uit te lopen. Als mensen bij vele genoemde en traceerbare feiten rond 9/11 hun schouders ophalen en zich afvragen wat voor zin het heeft, dan houdt het op.
Mocht ik mij over 9/11 machteloos voelen omdat bij het tegenonderzoek zowel menskracht als kwaliteit zouden ontbreken, dan zou ik stoppen. Een louter symbolisch gevecht is zinloos. Ik prijs mij gelukkig met een groot aantal soms kleurrijke en buitengewoon moedige figuren, van oud-medewerkers van inlichtingendiensten tot ooggetuigen, wetenschappers en actief geïnteresseerden. Vaak mensen die met hun werk en standpunten hun reputaties zeer onder druk hebben gezet. Mensen die offers hebben gebracht. Juist zij kunnen elke vorm van aandacht en publiciteit hard gebruiken. Het middel van steun door publiciteit garandeert voor hen tevens een vorm van veiligheid.
DE GROENE
Mijn tweede voorbeeld van cognitieve dissonantie is iemand die werkzaam is bij De Groene Amsterdammer. Wederom een weldenkend persoon die ik al wat jaren van afstand ken. Meer een dagelijks manager dan een journalist, maar het hangt ertussen. In dit geval begon ik over 9/11 vanwege de cover van een exemplaar van De Groene die onder zijn arm stak. Hierop afgebeeld een paginagrote "10". Onwillekeurig dacht ik aan tien jaar 9/11, groots te herdenken aanstaande 11 september 2011.
Enkele jaren geleden sprak ik hem ook over 9/11. Dat doe ik sporadisch met elke journalist die ik ken, waaronder ook mensen die op televisie presenteren. Rationeel begrijp ik hun afkeer van de dissidente journalist, want op een kritische benadering van 9/11 rust een loodzwaar taboe. Elke journalist wil serieus genomen worden, maar bij 9/11 dreigt levensgroot het tegendeel. Toch lukt het mij niet om ook maar enig begrip op te brengen voor het totale journalistieke gebrek aan betrokkenheid. Toen ik de journalist van de Groene mijn opmerking over 9/11 verklaarde drukte hij zijn exemplaar gul in mijn handen. Maar daarmee was het onderwerp niet van de baan.
Ik vroeg hem of bij De Groene al iets gepland was voor de komende herdenking in september. Dat bleek niet het geval. Ze mochten mij gerust bellen voor informatie over inhoudelijke kritiek op de officiële lezing, zei ik. Daarbij benadrukte ik nog even de toename van hoog geprofileerde critici binnen leger, inlichtingendiensten en wetenschap die zich tegen de officiële lezing uitspreken. Ik gaf aan hoe De Groene mij gemakkelijk via mijn site kan bereiken en sprak wederom mijn verbazing uit over de totale lethargie in de Nederlandse pers bij dit onderwerp.
De mainstream media is een hopeloze partner als het echt over iets gaat", mopperde ik. Waarmee ik kennelijk iets raakte want ineens kwam de man tot leven.
Wie het met de media oneens is noemt ze wel erg snel mainstream!" reageerde hij.
Ik antwoordde: "Inderdaad, maar omgekeerd gebeurt hetzelfde. Mensen binnen de bekende mediakanalen die een onaangepast geluid horen, labelen dit al snel met vondsten als 'complotdenker'. Wie zich als betrouwbare journalistiek bron zo tegen een kritisch geluid keert, doet dus precies hetzelfde."
"Dat is waar," gaf hij toe. Ook hier werd snel duidelijk dat het volharden van enige discussie op dit front zinloos was.
'Critical stream' ontstond naast mainstream als reactie op het gebrek aan betrouwbare onafhankelijke journalistiek. 'Critical stream' zetelt voornamelijk op het goedkopere en toegankelijke internet en vraagt van de lezer een grotere inspanning om het kaf van het koren te onderscheiden. Maar daarvoor krijgt die lezer veel terug in termen van diversiteit en ouderwets journalistiek handwerk.
Van enige journalistieke gretigheid over wat het Mekka van de journalistiek zou moeten zijn (namelijk 9/11), heb ik bij de oude media zelden wat gemerkt, althans niet in Nederland. In de VS komen substantieel interessante media-intiatieven sporadisch voor, maar ook in landen als Duitsland, Denemarken, Frankrijk, Portugal, Ierland, Canada, enzovoort. En zelfs in landen die wij heimelijk minachten om hun democratisch gehalte, zoals India, Pakistan en Maleisië, worden over 9/11 tegen de algemene beeldvorming in soms veel scherper analyses geschreven dan in Nederland, dat nog braver en volgzamer is dan de media in de Verenigde Staten.
CHEF WETENSCHAP VOLKSKRANT
Mijn derde en laatste voorbeeld leek wat minder in de ontkenning te zitten. Ruim een jaar geleden sprak ik geruime tijd met de chef wetenschapsredactie van de Volkskrant, Martijn van Calmthout, over 9/11. Zelden kreeg ik in een korte periode van iemand zo vaak gelijk. Na een genante vertoning over 9/11 in Centrum de Balie in Amsterdam, met een journalistenforum (inclusief psycholoog en ik meen een historicus) dat zich voornamelijk beperkte tot de ontstaansgrond voor complottheorieën, zei ik tegen de chef-wetenschapsredactie dat journalisten moeten stoppen met hun psychologische gezever over complotdenkers en gewoon hun journalistieke ambacht op 9/11 zouden moeten toepassen.
Op zijn vraag hoe ik dat zag, antwoordde ik, "door alle inmiddels gedocumenteerde informatie grondig te bestuderen en de vele klokkenluiders te gaan interviewen." Een advies dat eenvoudig neerkomt op het uitoefenen van het journalistieke vak. Maar telkens nadat hij mijn 'gelijk' bevestigde, voegde Van Calmthout eraan toe dat ik teveel van de journalistiek verwachtte; dat ik te idealistisch was en dat het in de praktijk niet zo werkt. Nou, dat was precies waarover ik meer wilde horen, dus ik vroeg hem:
Stel dat jouw journalisten mijn informatie grondig bestuderen en tot hun eigen grote schrik tot de conclusie komen dat er wel degelijk iets aan de hand is. Vervolgens schrijven zij een artikel. Wordt dat gepubliceerd als ze daarmee bij (inmiddels toenmalig) hoofdredacteur Broertjes op de kamer komen?"
Lang bleef het stil, de chef wetenschapsredactie dacht koortsachtig na. Ja, klonk het uiteindelijk. "Dat zou zomaar kunnen."
Waarop ik hem vroeg: "Waarom ben ik dan te idealistisch? Je kunt je mensen dan toch gewoon vragen om aan dit belangrijke onderwerp te gaan werken? En mochten ze dat willen dan help ik ze met bronnen graag op weg!"
BROERTJES EN DE VOLKSKRANT
Pieter Broertjes | Source: Screenshot video |
|
Pieter Broertjes zou ongemakkelijke feiten over 9/11 niet in zijn Volkskrant hebben gepubliceerd. Dat maakte hij in zijn optreden bij Twee Vandaag in 2006 meer dan duidelijk, bijvoorbeeld met zijn reactie over de 'ongefilterde kletskoekerij', verwijzend naar 9/11 als thema op websites. Nee, mensen moesten vooral zijn krant kopen als ze de waarheid wilden lezen. 'En…', zei hij, 'wanneer kranten als de New York Times en de Washington Post er niet over berichten, waarom zou zo'n klein krantje als de Volkskrant dat dan wel doen?'
Een betere knieval voor de macht van de grote jongens op het gebied van nieuwsdistributie was nauwelijks denkbaar. Ook al worden feiten die de onjuistheid van de officiële verslagen keihard aantonen op een presenteerblad aangereikt, zolang de grote jongens er niet over schrijven zijn die feiten gewoon niet waar.
Het probleem met die grote jongens is dat er betrekkelijk weinig van zijn, en dat grote jongens te maken hebben met grote belangen die hun portemonnee raken. Daarom zijn het vaak juist de kleinere Broertjes die voor de broodnodige diversiteit in het nieuws kunnen zorgen. Maar niet bij de Volkskrant.
Fragment Pieter Broertjes over 9/11 en pers (2006) |
|
|
Het is triest dat journalisten zich en masse lijken te hebben neergelegd bij de realiteit van hun beperkingen. Hoewel niet expliciet opgelegd, moeten deze beperkingen voor iedere journalist voelbaar zijn.
Ik denk dat het zeker voor een opkomend journalist funest is om de ongeschreven wetten van de corporatieve media te tarten door een buitenbeentje te zijn. Zelfs gerenommeerde en gelouterde journalisten ontrekken zich aan onderwerpen als 9/11. Andere belangrijke maar ernstig onderbelichte of genegeerde onderwerpen zijn de woekerende macht van particuliere legers als Blackwater en mensenrechtenschendingen in Palestina, om er twee te noemen. Wat wij denken te weten, weten wij overwegend door wat de mainstream media ons laten zien. Zij zijn onze ogen en daarmee tevens onze blinde vlek.
Deze omstandigheid van journalistieke ontkenning vind ik persoonlijk nog ernstiger dan aanslagen als die van 9/11 zelf. Immers, het betekent dat van een vrije pers niet langer sprake is. Het betekent ook dat de controlerende en essentiële functie van de nieuwsmedia niet langer werkt en dat macht zich kan ontwikkelen in een richting die voor iedereen de grootste nachtmerrie zou moeten zijn.
LOBBYISTEN EN VOORLICHTERS VERDRINGEN WAARHEIDSVINDING
Media en politiek zijn in handen van lobbyisten en voorlichters. Het nieuws is een product geworden van geven en nemen, van polderen en handjeklap. Regeerakkoorden worden dichtgetimmerd, parlementen gestroomlijnd en media krijgen snoepgoed in ruil voor hun medewerking. Voor wat hoort wat. Op het hoogste niveau kent iedereen elkaar en op menige receptie heffen zij gezamenlijk het glas. Omdat voorlichters en lobbyisten vooral verlengstuk zijn van machtige partijen, het tegendeel van kritisch en onafhankelijk, kunnen dergelijke partijen in wezen ongecontroleerd hun gang gaan bij het versterken van hun machtsbasis en het uitoefenen van macht. Wie niet meewerkt ligt eruit, die heeft geen netwerk meer.
Het geniale - maar dan in negatieve zin - is dat alle partijen voordeel halen uit een geloofwaardige presentatie in de richting van het grote publiek. Eenrichtingsverkeer is de norm. Perceptie-management en de macht van de getallen werkt door in alle lagen van de samenleving. Alle partijen dragen het DNA van industriële structuren. Corporate media en lobbies van de politieke kaste werken uit eigenbelang mee aan het creëren van een acceptabele werkelijkheid voor iedereen. Niet zozeer een ééndimensionaal aangestuurd complot maar een organisch proces, waarmee niet gezegd dat er hoog in de hierarchie van de macht niet schandalig wordt gemanipuleerd. In elk systeem komen krachten naar boven die karakteristiek zijn voor dat systeem en het proberen te versterken.
De ironie van deze ontwikkeling is dat de zogenaamde "vrije pers" in wezen functioneert als een legitimerend orgaan van machtsstructuren (media, politiek, industrie, rechtelijke macht) die ze juist scherp zouden moeten monitoren. De vierde macht, die zogenaamde Fourth Estate, is een schaamlap geworden. Dat geldt ook voor elk (indirect) gekozen democratisch orgaan (inclusief de democratie als geheel) dat door gebrek aan scherpe monitoring in staat is om het ware gezicht te verhullen. Velen die in dit proces, deze stolp van gedeeld eigenbelang, werkzaam zijn durven deze schijnvertoning 'realpolitik' te noemen. Hun kop steekt schaamteloos diep in het zand.
Ik vroeg Van Calmthout waarom mensen nog journalist worden als ze de werkelijkheid die ze onderzoeken niet mogen publiceren omdat dit onwelgevallig of te hoog gegrepen zou zijn? En of de ondergang van de vrije pers daarmee geen feit is? Maar een reactie op deze vraag bleef uit. Hij had immers al beweerd dat zijn hoofdredacteur wellicht toestemming zou geven wanneer zijn redactie een kritisch artikel over 9/11 zou presenteren, al zijn eerdere opmerkingen tegenover mij over idealisme, te hoge verwachtingen en dergelijke ten spijt. Ondanks zijn herhaalde instemming tijdens mijn uitleg over hoe de journalistiek een gebeurtenis als 9/11 zou behoren te benaderen, vernam ik nooit iets van Van Calmthout of zijn redactie.
De vraag of ik, met mijn onderzoek en inschatting over 9/11, het gelijk aan mijn zijde heb is niet langer aan de orde. Die fase is voorbij. Uit alle ontkenningen en omtrekkende bewegingen die de goed ingelezen 9/11 onderzoeker tegenkomt, spreekt de unanieme boodschap dat de officiële lezing over 11 september 2001 onverdedigbaar is.
|
|
|
|