Donderdagavond 27 maart om zeven uur klinken wel bijna verlossende woorden. Geert Wilders' film Fitna is na oeverloze discussie en eindeloos uitstel dan toch gelanceerd. De film begint met beelden van de aanslagen op de Twin Towers in New York en bestaat verder uit een aaneenschakeling van bekend beeldmateriaal van schokkende gebeurtenissen en harde Koranteksten. Afgezien van het suggestieve einde waarin het hoofd van de profeet Mohammed lijkt te worden opgeblazen, biedt de film weinig concrete aanknopingspunten waarmee geradicaliseerde moslims wraakacties zouden kunnen rechtvaardigen. De film blijkt gematigder van aard dan door velen vooraf was gevreesd. Of de reacties daarom zullen meevallen is nog moeilijk te voorspellen. Met de langdurige weg van aankondigingen, dreigende voorspellingen en provocaties in de richting van voornamelijk behoedzame politici, heeft Wilders zoveel aandacht gegenereerd dat het statement van de aankondiging mogelijk sterker blijkt dan de zeggingskracht van de film zelf, waarbij het uitbrengen van de film in het ongunstigste geval de reeds bestaande onrust legitimeert en nieuw leven inblaast. Pamflet om angst te verspreiden Wilders zegt met de film de verbreiding van meer inhoudelijke kennis over de Koran na te streven, om mensen te overtuigen van het gevaar van deze 'ideologie'. Toch blijkt de film vooral een pamflet om angst te verspreiden. Getoonde spandoeken als "De Islam zal de wereld overheersen; Naar de hel met de vrijheid", of een radicale mafkees waarvan de wereld ze in vele kleuren kent, die schreeuwt: "Gij zult de Verenigde Staten overnemen! Gij zult Groot Brittanië overnemen!" "You will" is in de film vertaald met een plechtstatig "Gij zult", als om het religieus fanatisme van de spreker extra te onderstrepen. Wilders voldoet met zijn strategie van angst ruimschoots aan een veelvuldig beproefde voorwaarde om volkmassa's tot een vooraf gewenste richting te bewegen. Want terwijl Wilders enerzijds discussie zegt aan te moedigen, tracht hij anderzijds een volksbeweging te mobiliseren waarmee dezelfde discussie bij voorbaat kan worden beslist. Wilders zal ongetwijfeld verklaren dat zijn beeldvorming van angst en dreiging hoogst noodzakelijk is, omdat deze dreiging volgens hem reëel is. Doel heiligt de middelen Wilders is duidelijk niet in staat gebleken om zijn punt van dreiging, van moslimfascisme, te scoren op een evenwichtige en feitelijke manier. Wilders is geen domme man en weet donders goed dat het zijn 15 minuten film aan alle criteria van objectiviteit ontbreekt. Maar wellicht zal hij, overtuigd als hij is, van mening zijn dat het doel de middelen heiligt. Waarmee Wilders zelf niet ontkomt aan de beschuldiging die hij bij de Islam poneert, namelijk dat ook hij zich laat leiden door radicaal ideologische trekjes. Zo niet dan zou zijn handelen moeten voortkomen uit puur opportunisme. Maar wie zou zo |
gek zijn om louter op basis van enig profijt zijn persoonlijke vrijheden zo aan banden te leggen als bij Wilders het geval is? Wilders lijkt wel degelijk door een roeping gedreven. 9/11 kweekvijver moslimterrorisme Met zijn film Fitna doet Wilders nadrukkelijk herinneren aan de gebeurtenissen waarmee op 11 september 2001 alles begon. Alsof hij de bizarre aanvallen, waarmee door de regering Bush al zoveel ellende gelegitimeerd werd, nogmaals wil inzetten om zijn eigen woorden de kracht van een fatwa mee te geven. Zoals door de acties na 9/11 voornamelijk moslimterrorisme werd gekweekt (want Al Qaeda, of wat er voor doorgaat, zit nu zelfs in Irak en ook Afghanistan is een trekpleister voor internationaal terrorisme), zo regeert de ironie ook over Wilders. In plaats dat hij zijn beoogde stevige discussie werkelijk een kans geeft, vergroot hij de onrust onder zowel moslims als niet-moslims en slaat hij gematigde moslims de middelen uit handen om in eigen kring invloed te kunnen uitoefenen. Maar bovenal accepteert hij het risico dat zijn film wereldwijd tot slachtoffers kan leiden. Vrijheid als geloofsproduct Wilders baseert het doorzetten van zijn omstreden uiting principieel op zijn vrijheidsrecht. Dezelfde vrijheid waaraan zijn partij, de Partij voor de Vrijheid, zich uitdrukkelijk gecommitteerd heeft. Wilders' interpretatie van vrijheid lijkt absoluut. Welke gevolgen zijn uitingen ook zullen hebben, hij zal zichzelf daarvoor niet verantwoordelijk achten. Zo houdt Wilders schone handen, terwijl hij degenen die zijn houding bekritiseren juist voor eventuele gevolgen verantwoordelijk stelt. Bij vrijheid hoort inderdaad de (gewetens) beperking van de verantwoordelijkheid. Alleen al om die reden kan vrijheid niet absoluut zijn, zelfs niet in het 'vrije westen', tenminste niet in een sociale of maatschappelijke context. Door vrijheid als een absolute grootheid in te zetten, maakt Wilders van vrijheid een dogmatische voorstelling die hij naar believen voor eigen doeleinden kan gebruiken. Hij past het dogma toe zoals dat door de eeuwen heen veelvuldig voor hem is gedaan. Een waarheid of mythe waaraan niet kan of mag worden getornd, veroordeelt ieder die het oneens is tot de verboden schaduwzijde. God en Vrijheid als ultieme principe Wilders hanteert voor eigen vrijheden andere maatstaven dan voor zijn tegenstanders, die hij veelvuldig buiten de dialoog plaatst door ze dom en onverantwoordelijk te verklaren. Zijn versie van vrijheid vormt een schril contrast met de wereld die zijn opvatting van 'vrijheid' niet deelt. Hoe ironisch dat juist vrijheid, het begrip dat staat voor ruimte en ongedwongen beweging in ruimste zin, tot inzet wordt gemaakt van een angstcampagne! Alsof de focus op angst en geweld ooit tot vrijheid leidde of tot verstandige beslissingen. En dat allemaal in dezelfde week waarin die andere 'vrijheidsstrijder', Ehsan Jami , zijn eigen film heeft aangekondigd. Alweer om ons te beschermen tegen de duisternis van een oprukkende Islam. Het is alsof God plaats heeft gemaakt voor een nieuw geloofsartikel, waarbij ditmaal het begrip vrijheid opdraaft als allerhoogste principe. Ondertussen wordt de mogelijkheid op een vrije dialoog tot een minimum beperkt. Het is oude wijn in nieuwe zakken. Nu nog even wennen. |
---|
|
---|